Varen voor de V.O.C.

Tekst en muziek: Anton Greefkes

1.
Hijs de zeilen licht het anker
Wij gaan varen voor de VOC
Als de wind waait in de zeilen
Varen wij van Hoorns ree.
refrein:
Om te varen, met gevaren
Ook al hebben wij ons leven lief
Komt gevar ons al ter nader,
Zijn wij angstig als een dief

2.
Dreigen onderweg gevaren
Van de kapers op de kust
Zullen wij de moed bewaren
Al ontzinkt ons soms de lust
refrein:
Om te varen, met gevaren
Want wij hebben ons leven lief
Komt de kaper ons te nader
Zijn wij angstig als een dief

3.
Dreigen onderweg gevaren
Van een storm of een orkaan
Staat het water aan de lippen
Liever over land gegaan
refrein:
Dan te varen, met gevaren
Want wij hebben ons leven lief
Staat het water aan de lippen
Zijn wij angstig als een dief

4.
Valt de wind weg uit de zeilen
Dob’brend op de oceaan
Smachten wij naar koele dranken
Liever door een storm gegaan
refrein:
Dan te varen, met gevaren
Want wij hebben ons leven lief
Liever zoet water aan de lippen
Wij zijn dorstig als een dief

5.
Dreigt de manschap te bezwijken
Aan de scheurbuik of de pest
Gaat er menig al in Godsnaam
Denken wij, mét, wat ons rest
refrein:
Om te varen, in gevaren
Ook al hebben wij ons leven lief
Komt de dood ons al te nader
Vrezen wij die als een dief

6.
Als wij Het Hooft ooit weer ontwaren
Ieders hoop die weer te zien
Wat ons rest van de beloning
Al die jaren water zien
refrein:
Om te varen, al die jaren
O, wij hebben onz’ vrouwen lief
Terug te zien in bittre armoe
V.O.C., gij zeit de dief