Kleinood
Gedicht: C.S Adema van Scheltema Toonzetting: Anton Greefkes
Toen eens die grote schilder
De wereld verven zou,
Klom hij eerst in de hemel –
De hemel maakte hij blauw.
Drie droppels liet hij vallen
Beneden op de aard, –
Drie mooie kleine dingen
Zijn daar altijd bewaard: –
De eerste viel in ’t koren,
Dat werd een korenbloem,
Die bloeit in ’t blauw naar boven,
Dat is haar grote roem.
De tweede viel in ’t heikruid,
Dat werd een heikapel,
Die vliegt altijd naar boven –
Veel hoger wou ze wel.
De derde ging verloren,
Men wist niet waar ze was –
Mijn liefste – o mijn blijde meid!
Ik vond jou in het gras!
Jouw hartje was de zonne,
Die scheen de hemel uit, –
Scheen uit jouw blauwe ogen,
Mijn mooie kleine bruid!
Ik leid jou naar de heide,
Dan door het korenland – –
Leid jij mij naar de hemel,
Leid jij mij bij de hand!
Schrijver: C.S. Adama van Scheltema