Het lied van het Gangspil

Tekst: Jacob van Lennep & muziek: Anton Greefkes

Tijdens opdraaien van het anker zong de bemanning vaak een lied om het het ritme er in te houden.
Jacob van Lennep schreef een lied wat zij zouden kunnen hebben gezongen en ik maakte er een melodie bij. Omdat mij het onbekend was of het ooit al eens was getoonzet
.

De ouwe die is er een lustige kwant
maar ‘k er wel eens horen verhalen
als dat hij zonder de luitenant
al gauw uit de koers doet dwalen
Of waar is, kijk dat weten wij niet
Wij draaien maar voort
en wij zingen ons lied
hi, ha, o, hi, ho

De luitenant is een wakkere held
maar bovenal in het vloeken
Zij zeggen dat als de gal hem kwelt
hij ‘t op de matrozen wil zoeken
Wij draaien maar voort
en wij zingen ons lied
hi, ha, o, hi, ho

De stuurman is een vent als goud
maar ‘k heb wel eens gelezen
dat, als je op de keeper beschouwt,
het niet meer dan koper zou wezen
Wij draaien maar voort
en wij zingen ons lied
hi, ha, o, hi, ho

De bootsman is een man als een vlag
Ik liet mij in de oren knopen,
als dat men hem ’s morgens nooit nuchteren zag
en ’s avonds altijd bezopen
Wij draaien maar voort
en wij zingen ons lied
hi, ha, o, hi, ho

De pil dat is een geleerde signeur
ofschoon hem wordt nagegeven
als dat hij heel zijn leven deur
maar een recept heeft geschreven
Wij draaien maar voort
En wij zingen ons lied
hi, ha, o, hi, ho

De kok dat is een nobele baas
Ze zeggen wel om hem te smaden
hij schaft het zwoerd en het spek aan de maats
waar ‘t spek blijft mogen ze raden
Wij draaien maar voort
en wij zingen ons lied
hi, ha, o, hi, ho

De bottelier is een recht juweel
en willen wij ons wat verfrissen
ean giet hij het drank in zijn eigen keel,
dat wij ons niet zouden besissen
Maar… geeft hij slok nu dan klagen wij niet
Wij draaien maar voort
en wij zingen ons lied
hi, ha, o, hi, ho