Aan De Waterkant

Ik zit hier stil te dromen,
Hier aan de waterkant
Wat mij is overkomen
Wat mij hier overkwam
Mijn liefje kwam ‘k hier tegen
Mijn lief ging van mij hene
Mijn lief is overzee
Mijn lief heeft mij verlaten
Zij nam mijn liefde mee.

Mijn liefje kwam ‘k hier tegen
Hier aan de waterkant
Ze lachte heel verlegen
Mijn hart sloeg want
Ik wist zij was de liefste
Die ‘k ooit ontmoeten zou
En dat ik haar moest vragen
Te worden mijne vrouw.


Rood bloosde hare wangen,
Rood trok tot in mijn hals
Mijn hart sloeg van verlangen
Zij was de mijne als,
Ik plots de twijfel voelde
Watt zij was en ik wist
Ik slechts een arme sloeber
En zij van adel is.


Dan zag ik hare lippen,
Waarmee zij zachtjes sprak,
Kom ga met mij wand’len
En mij de hand toestak
Wij liepen langs de waterkant
Ik voelde mij zo blij
Toen ik haar woorden hoorde
Jij bent alleen voor mij.

Toen was er plots een plekje
Daar aan de waterkant
Wij zetten ons daar neder
Door liefde overmand
Ik dronk daar van haar liefde
Ik dronk het van haar mond
Ik voelde mij zo hemels
Toen ik haar plekje vond

.
Zo lagen wij daar uren
Daar aan de waterkant
Mij mocht het eeuwig duren
O heerlijk platteland
Toen sprak zij een traan in ogen.
Met wat ik allang wist
Hier zal ons pad zich scheiden
Dat heeft het lot beslist.


Zo scheidden onze wegen
Zit aan de waterkant
Mijn lief ging naar Oost-Indie
Geleid door vaders hand
Mijn liefste nam geen afscheid
Waarom heb ik gevraagd
Zij de vrucht der liefde
Al maanden met zich draagt

Ik zit hier stil te dromen,
Hier aan de waterkant
Wat mij is overkomen
Wat mij hier overkwam
Mijn liefje kwam ‘k hier tegen
Mijn lief ging van mij hene
Mijn lief is overzee
Mijn lief heeft mij verlaten
Zij nam mijn liefde mee.

Zang en bandonion: Anton Greefkes