Omdat ik op de wereld loop

Gedicht: Mies Bouhuys en Toonzetting: Anton Greefkes

Omdat ik in de wereld loop,
zeg ik: waarom, waarom?
Een handvol rijst, een handvol hoop.
Meer niet. Daar gaat het om.

Omdat ik in de wereld loop,
zeg ik: waarom, waarom?
De villawijk,
de krottenwijk
en schuttingen rondom.

De ene plant zijn veld vol mais,
de andere ontbladert,
de ene maait,
de ander dwaalt
over verschroeide aarde.

Om wat ik van de wereld zie:
de armen altijd armer,
zeg ik: waarom, waarom?
De rijken altijd rijker
en nooit eens andersom.

Om wat ik van de wereld weet,
zeg ik: waarom, waarom?
Het langste eind,
het kortste eind
en daar draait alles om.