October

Gedicht: Frans Bastiaanse & toonzetting: Anton Greefkes

Wat is dat alles buiten stil
Onder die parelgrijze lucht,
Uit ieder wezen schijnt de wil,
Uit ieder ding de kracht gevlucht:
Het uitgeweende wilgenloof
Valt in het vlakke water traag,
De boom, als zonk zijn vreugd-geloof,
Bukt over ’t water naar om-laag.
De koeien loeien langzaam aan
Bij ’t stappen over ’t drassig land;
Ze blijven loom en droom’rig staan,
Domstarend, aan den waterkant
.
Een late najaarsvogel strijkt
Het water met zijn vale vlerk
Totdat hij rijst en zwenkend wijkt
In ’t kleurloos grauwe regen-zwerk.
De zon, een weggewasschen wak,
Wit zilver in de egale lucht,
Daalt achter ’t donker kerkedak
Dat uitsteekt boven ’t blauw gehucht;
Een trein, die in de verte fluit,
Verscheurt de stilt’ met schor gegil
En vliedt met rommelend geluid…
Grauw is de lucht, de wereld stil

Uit: Natuur en leven, 1900
Muziek: Anton Greefkes

Zang en bandonion: Anton Greefkes