Annabel
Gedicht: Jan Engelman en Toonzetting: Anton Greefkes
Mijn kleine, kleine Annabel
zij zong zo zuiver en zo schel
als fluiten op een glansrivier,
zij was geluk en leefde hier
mijn kleine, kleine Annabel
ik wist uw prille leden wel,
de trilling van die bloemenmond
wanneer een hand uw haren vond
mijn kleine, kleine Annabel
de geest is lang, maar wij gaan snel:
op ’t koude laken ligt uw lijf
en ik vind nergens meer verblijf
mijn kleine, kleine Annabel
als ik in hemel of in hel
moet varen met mijn lichte lied,
verloochen, maar vergeet mij niet
Tuin van Eros (1933)
;