Oud en knorrig
Tekst: Anoniem & Toonzetting: Anton Greefkes
k’ Heb een oud en knorrig wijf
dat mij daag’ lijks met gekijf
Plaagt, plaagt altijd plaagt
altijd knorrig altijd morrig
plaagt, plaagt altijd plaagt
denkt hoe dat zij mij mishaagt
Ach had ‘k maar eens voor de pret
Eens een jonge meid in bed
Maar, maar vrienden maar
het oude besje, houdt het nestje
Maar, maar vrienden maar
Oud bij jong dat is zo naar
‘k’ Heb om dat verbraste geld
mij in deze staat gesteld
Geld, geld, o dat geld
Doet een kale dikwijls dwalen
Geld, geld, o dat geld
Maakt dat ik nu wordt gekweld
Ach, dat eens signeur de dood
Mij mocht redden uit de nood
‘k Zou, ‘k zou, ja ik zou
Voor haar praten en dukaten
‘k Zou, ‘k zou, ja ik zou
Slapen met een jonge vrouw