Eenzaamheid

Gedicht: Jan van Nijlen & toonzetting: Anton Greefkes

De mensch is eenzaam tot en met zijn dood
Nooit is een liefde, nooit een vriendschap klaar
En, zelfs geboren uit denzelfden schoot,
Zijn wij nog vreemden voor elkaar.
Wat weet ik van mijn zuster en mijn vader.
Wat van mijn moeder en mijn eigen kind
En is mijn vrouw mij altijd zoveel nader
Dan de arme meid voor ‘t eerst bemint ?

Nooit kan een hart een ander overwinnen;
Van lief tot minnaar en vriendschap klaar,
en van mensch tot mensch
Kunnen wij nooit geheel volmaakt beminnen;
Er is altijd een kloof, een grens.
Is niet eens zeker dat de dood vereenen
Kan wat het leven onmeedoogend scheidt,
en er bestaat niet, van Parijs tot Weenen,
Koffiehuis “In de Eenzaamheid”

Zang en bandonion: Anton Greefkes

;